quarta-feira, agosto 24, 2005
Glenn Corneille RIP
Glenn Corneille is dood, verongelukt. 35 jaar, twee kinderen, vrouw. In de woorden van mijn lange vriend J.: FUCK! Glenn was een pianovirtuoos, die jazz speelde (twee keer met zijn eigen trio op North Sea Jazz), maar ook rock (in de band Silq, in die tijd sprak ik 'm een paar keer voor De Limburger, waar ik toen werkte), chansons, funk, soul en pop. Hij zat in de begeleidingsband van zangeres Do, werkte daarvoor met Idols-winnaar Boris en René Froger en met een hoop theaterartiesten. Ontzettend aardige, muzikale kerel die jarenlang in de marge van Limburg rommelde, alle moed bijeenschraapte voor een risicovolle verhuizing naar de Randstad en vooral dankzij tv-programma De Notenclub zijn doorbraak beleefde. Niet mijn favoriete tv-programma, maar als ik eens voorbijzapte tijdens het kanaalzwemmen en'm achter de piano zag, moest ik altijd even grijnzen. Die Glenn, toch gelukt. Ik moest daarnet nog denken aan zijn moeder, die me een keer belde toen hij als tamalijk onbekende muzikant in een tvprogramma verscheen dat iets met de schilder Corneille te maken - en ik voor de krant een klok/klepel-achtig stukje had gemaakt, waarvoor ze me terecht de mantel uitveegde. Glenn was iemand waarvoor niet alleen zijn moeder p.r. bedreef maar, zo kreeg ik later de indruk, iedereen die 'm kende of met 'm had gewerkt.
Bij sterfgevallen van mensen die ik (een beetje) kende, word ik heel erg op mijn eigen sterfelijkheid gewezen. Zoals ik altijd even mijn moeder moet bellen als ik hoor dat de moeder van een vriend/kennis is overleden. Toekomstplannen worden ineens heel erg urgent, zoveel te doen, zo weinig tijd. Vanmorgen ook nog even gedacht aan mijn 'nalatenschap' (mijn 'kinderen', zeg maar): verhalen in Revu en De Limburger (voor eeuwig opgeslagen in elektronische archieven, niet dat iemand ze ooit nog een keer zal opvragen, maar toch), een boek over De Heideroosjes (met Leon), stokerige stukjes op het internet, compilatie-cd's (niet alleen Re:Birth, maar ook cd-erretjes en cassettebandjes in vele, vele huishoudens).
Volgens mij ben ik nog niet klaar. En Glenn was 't zeker niet.
F-U-C-K!
segunda-feira, agosto 22, 2005
Zoek & vind
Vorige week donderdag hoorde ik het nummer in het programma van Job de Wit, ik ben in de auto blijven zitten tot de afkondiging. Imogen Heap dus, met Hide And Seek. Ik ken haar van Blanket van Urban Species, zo'n triphopperig nummer uit begin jaren negentig. Ze heeft een maniertjesstem (die nog eens extra wordt benadrukt omdat Hide & Seek geen beats of bas kent, maar enkel uit stem en vervormer bestaat, denk O Superman van Laurie Anderson) waar ik eigenlijk een hekel aan heb (denk Dido en aanverwanten), maar er zijn van die momenten dat zo'n hese, overslaande, huilerige meisjesstem me diep raakt. Alsof er een weggestopte herinnering (die altijd met afwijzing te maken heeft) bovenkomt, inclusief verhelderend, zeg maar gerust troostend commentaar. Hide and Seek, geen idee waar het over gaat, maar het nummer heeft ook zo'n sfeer. Laatst voelde ik het een beetje bij They van Jem - wier album overigens net zo schaamteloos op de Dido-koper mikt als Speak for Yourself van Imogen Heap. Niet verder luisteren dus, maar wel Hide and Seek ondergaan.
[Linken via Yousendit niet gelukt, helaas. Even slsk'en dus]
domingo, agosto 21, 2005
Lowlands dag 3
Gezien:
Editors: op geleende spullen (backline was achtergebleven op vliegveld, "geconfisqueerd door Interpol", grapte NRC-recensent Jacob Haagsma), spoten de Britten lekker fel uit de startblokken. Het is live als met album The Back Room, je moet even langs de referenties en invloeden om de sterke, gloedvolle liedjes te ontdekken. Blood en vooral Munich zijn van die liedjes.
Cheb Balowski: Catalaanse rock mestizo met Noord-afrikaanse accenten, maar zonder de opwinding die gelijkgestemden als Amparanoia, Ojos de Brujo of Manu Chao/Mano Negra los kunnen maken.
Gentleman: Duitse reggae, Jah-wohl, van het vederlichte soort, maar wel gebracht door band en zanger die gewend zijn aan grote zalen en festivalweides. Grolsch-tent golfde tegen het eind van voor tot achter.
Amp Fiddler: het pompt aanvankelijk best lekker, maar na drie nummers in ongeveer hetzelfde tempo weet je 't wel. Beetje kaal, met alleen bas, drums en toetsen. Niet gewacht op I Believe in You.
Nick Cave & The Bad Seeds: in de Wall of Cave ellebogen koortjes, gitaren en toetsen om een plekje op de voorgrond. Aanvankelijk overweldigend, daarna nogal vermoeiend (schel geluid).
Jamie Lidell: Hoogtepunt van het festival. Behoorlijk geschift, technisch erg knap en tien keer lekkerder groovend dan Amp Fiddler. Lidell is een eenmansPrince, terzijde gestaan door een minstens zo gekke vj. Bijna alles on the spot gemaakt, ontwapenend en vrolijk gebracht. Lidell beleeft het jaar van zijn leven.
-
Grootste ergernis: belachelijk hoge consumptieprijzen (vier euro voor een plastic bekertje sinaasappelsap, zes euro voor een kaas/spek pannekoek).
Grappigste shirt-tekst: Sjoelvereniging De Vier Gleuven (sinds 1972)
Mooist backstage-anekdote: Revu collega Willem Uylenbroek die de Audio Bullys live van de spiegel ziet snuiven.
Editors: op geleende spullen (backline was achtergebleven op vliegveld, "geconfisqueerd door Interpol", grapte NRC-recensent Jacob Haagsma), spoten de Britten lekker fel uit de startblokken. Het is live als met album The Back Room, je moet even langs de referenties en invloeden om de sterke, gloedvolle liedjes te ontdekken. Blood en vooral Munich zijn van die liedjes.
Cheb Balowski: Catalaanse rock mestizo met Noord-afrikaanse accenten, maar zonder de opwinding die gelijkgestemden als Amparanoia, Ojos de Brujo of Manu Chao/Mano Negra los kunnen maken.
Gentleman: Duitse reggae, Jah-wohl, van het vederlichte soort, maar wel gebracht door band en zanger die gewend zijn aan grote zalen en festivalweides. Grolsch-tent golfde tegen het eind van voor tot achter.
Amp Fiddler: het pompt aanvankelijk best lekker, maar na drie nummers in ongeveer hetzelfde tempo weet je 't wel. Beetje kaal, met alleen bas, drums en toetsen. Niet gewacht op I Believe in You.
Nick Cave & The Bad Seeds: in de Wall of Cave ellebogen koortjes, gitaren en toetsen om een plekje op de voorgrond. Aanvankelijk overweldigend, daarna nogal vermoeiend (schel geluid).
Jamie Lidell: Hoogtepunt van het festival. Behoorlijk geschift, technisch erg knap en tien keer lekkerder groovend dan Amp Fiddler. Lidell is een eenmansPrince, terzijde gestaan door een minstens zo gekke vj. Bijna alles on the spot gemaakt, ontwapenend en vrolijk gebracht. Lidell beleeft het jaar van zijn leven.
-
Grootste ergernis: belachelijk hoge consumptieprijzen (vier euro voor een plastic bekertje sinaasappelsap, zes euro voor een kaas/spek pannekoek).
Grappigste shirt-tekst: Sjoelvereniging De Vier Gleuven (sinds 1972)
Mooist backstage-anekdote: Revu collega Willem Uylenbroek die de Audio Bullys live van de spiegel ziet snuiven.
sábado, agosto 20, 2005
Lowlands dag 2
Gezien:
Zita Swoon: Vrolijke band nog altijd, kleurrijk op het podium, je kan ze d'r goed bijhebben op een festival, maar mij boeit het niet meer.
Maxïmo Park: Helaas wilde mijn gezelschap al na vier nummers weer weg, gelukkig nog wel Graffiti meegepikt en genoeg gezien om te kunnen concluderen dat MP een lekker fel, afgemeten combo'tje is dat aansluit bij andere dansrock-clubjes, maar toch een eigen geluid en vooral stem heeft.
Vive La Fete: Naar Elsje kijken is nooit een straf, maar VLF heeft niets bijgeleerd of toe te voegen aan sets die ik eerder zag. Herhalingsoefening, desalniettemin goed voor een tjokvolle Bravo-tent.
Motion Trio: Precies twee nummers leuk, dit Scandinavische trekharmonica-trio dat metal-achtige riffs speelt.
Pixies: Niet kapot te krijgen.
Hackensaw Boys: Echte thank-god-I'm-a-country-boy-country, met mandoline, banjo en staande bas. Lima (vooralsnog de tent met de geinigste bandjes) was niet vol, wel werd er enthousiast meegeklapt.
Marilyn Manson: Half Lowlands stond in en rond de Alpha. Ik ken het trucje nu wel.
DJ Leroy Rey in de Groove Tube: Hij zette de live-uitvoering van Ramsey Lewis + Earth Wind & Fire's Sun Goddess op, en zorgde daarmee voor het muzikale hoogtepunt van deze dag. Op papier was zaterdag de minste dag, in de praktijk ook.
Zita Swoon: Vrolijke band nog altijd, kleurrijk op het podium, je kan ze d'r goed bijhebben op een festival, maar mij boeit het niet meer.
Maxïmo Park: Helaas wilde mijn gezelschap al na vier nummers weer weg, gelukkig nog wel Graffiti meegepikt en genoeg gezien om te kunnen concluderen dat MP een lekker fel, afgemeten combo'tje is dat aansluit bij andere dansrock-clubjes, maar toch een eigen geluid en vooral stem heeft.
Vive La Fete: Naar Elsje kijken is nooit een straf, maar VLF heeft niets bijgeleerd of toe te voegen aan sets die ik eerder zag. Herhalingsoefening, desalniettemin goed voor een tjokvolle Bravo-tent.
Motion Trio: Precies twee nummers leuk, dit Scandinavische trekharmonica-trio dat metal-achtige riffs speelt.
Pixies: Niet kapot te krijgen.
Hackensaw Boys: Echte thank-god-I'm-a-country-boy-country, met mandoline, banjo en staande bas. Lima (vooralsnog de tent met de geinigste bandjes) was niet vol, wel werd er enthousiast meegeklapt.
Marilyn Manson: Half Lowlands stond in en rond de Alpha. Ik ken het trucje nu wel.
DJ Leroy Rey in de Groove Tube: Hij zette de live-uitvoering van Ramsey Lewis + Earth Wind & Fire's Sun Goddess op, en zorgde daarmee voor het muzikale hoogtepunt van deze dag. Op papier was zaterdag de minste dag, in de praktijk ook.
Lowlands dag 1
[klant in de stoel van de kapper-mode] Tjonge, wat hebben we geboft met het weer, een paar buitjes, meer niet. Daar leek het niet op toen we van Amsterdam vertrokken halfweg de middag, een flinke plensbui roffelde op het autodak [/klant in de stoel van de kapper-mode]
Gezien:
Gabriel Rios. Da's nou toch zeker de zesde of zevende keer dat ik 'm zie, maar geen set klinkt hetzelfde. Alsof Rios en band na iedere show een ander arrangement bedenken. De grote Alpha-tent was niet vol, maar wel lekker gevuld voor een potje gepeperde latin-rock. Voorspelbaar hoogtepunt: het luidop meegezongen Broad Daylight. Prima aftrap.
Fat Freddy's Drop. Begon iets later dan Rios, dus snel doorgelopen naar de Lima-tent (v/h India) voor de twee laatste nummers van deze Nieuw-zeelandse soulreggaeband. Toevallig (?) mijn favoriete nummers, Midnight Marauders en Wandering Eye. Opmerkelijk: het ontbreken van een levende ritmesectie, die wordt door een fors Maori (Fitchie?) uit doosjes met knopjes gehaald. Meest in het oog springend: de blazerssectie, trio idioten die op trombone, altsax en trompet met hun bizarre dansjes en andere capriolen alle aandacht opeisten, tot groot vermaak van het publiek. Zanger Joe Dukie (a.k.a. Dallas) heeft ook live die zoete, ontwapenende stem, maar ziet eruit als de nog wel surfende broer van Jack Johnson. FFD nam ook op het podium de tijd voor de nummers (op album Based on a True Story duren ze gemiddeld zeven minuten), zodat we toch nog minstens een kwart van de show hebben gezien.
Kaiser Chiefs gemist voor een te dure en behoorlijk ondermaatse maaltijd in de press/guesttent (keiharde friet, koude kip, konijnenvoer als salade, da's dan 16 pleuro), maar Franz Ferdinand vanaf het begin meegemaakt. Fraai, die zwart-wit banners achter het podium met de gezichten van de bandleden, gepast dat de videoschermen ernaast de beelden op het podium ook in zwart-wit toonden (en licht vertraagd). Kaiser Chiefs moet een feestje geweest zijn, dat was het bij Franz ook. Hele tent op en neer tijdens Matinée, warm applaus bij de nieuwe nummers (The Fallen viel in het echie toch wat tegen). Dansrock is nog lang niet passé.
New Cool Collective feat. Tony Allen. Nou, daar wassie dan, de architect van de afrobeat, een kleine, maar sterk ogende 65-jarige zwarte man, die drie nummers lang de soepelste ritmes uit zijn polsen toverde. Daar hoorde natuurlijk een pretsigaretje bij, al was de vreugdevolle stemming ook zonder plantaardige hulpmidddelen wel bereikt want Benjamin en de mannen toeterden met maximale inzet. Vooral de baritonsaxofonist honkte als een bronstige olifant.
Röyksopp. Twee nummers meegepikt op weg naar de uitgang. Bonkte en baste diep, maar indruk wilde het maar niet maken. Doodjammer dat de videoschermen in de Bravo-tent niet werden ingezet, want twee heren plus een soort van telefoonhokje op het podium was weinig enerverend.
Gezien:
Gabriel Rios. Da's nou toch zeker de zesde of zevende keer dat ik 'm zie, maar geen set klinkt hetzelfde. Alsof Rios en band na iedere show een ander arrangement bedenken. De grote Alpha-tent was niet vol, maar wel lekker gevuld voor een potje gepeperde latin-rock. Voorspelbaar hoogtepunt: het luidop meegezongen Broad Daylight. Prima aftrap.
Fat Freddy's Drop. Begon iets later dan Rios, dus snel doorgelopen naar de Lima-tent (v/h India) voor de twee laatste nummers van deze Nieuw-zeelandse soulreggaeband. Toevallig (?) mijn favoriete nummers, Midnight Marauders en Wandering Eye. Opmerkelijk: het ontbreken van een levende ritmesectie, die wordt door een fors Maori (Fitchie?) uit doosjes met knopjes gehaald. Meest in het oog springend: de blazerssectie, trio idioten die op trombone, altsax en trompet met hun bizarre dansjes en andere capriolen alle aandacht opeisten, tot groot vermaak van het publiek. Zanger Joe Dukie (a.k.a. Dallas) heeft ook live die zoete, ontwapenende stem, maar ziet eruit als de nog wel surfende broer van Jack Johnson. FFD nam ook op het podium de tijd voor de nummers (op album Based on a True Story duren ze gemiddeld zeven minuten), zodat we toch nog minstens een kwart van de show hebben gezien.
Kaiser Chiefs gemist voor een te dure en behoorlijk ondermaatse maaltijd in de press/guesttent (keiharde friet, koude kip, konijnenvoer als salade, da's dan 16 pleuro), maar Franz Ferdinand vanaf het begin meegemaakt. Fraai, die zwart-wit banners achter het podium met de gezichten van de bandleden, gepast dat de videoschermen ernaast de beelden op het podium ook in zwart-wit toonden (en licht vertraagd). Kaiser Chiefs moet een feestje geweest zijn, dat was het bij Franz ook. Hele tent op en neer tijdens Matinée, warm applaus bij de nieuwe nummers (The Fallen viel in het echie toch wat tegen). Dansrock is nog lang niet passé.
New Cool Collective feat. Tony Allen. Nou, daar wassie dan, de architect van de afrobeat, een kleine, maar sterk ogende 65-jarige zwarte man, die drie nummers lang de soepelste ritmes uit zijn polsen toverde. Daar hoorde natuurlijk een pretsigaretje bij, al was de vreugdevolle stemming ook zonder plantaardige hulpmidddelen wel bereikt want Benjamin en de mannen toeterden met maximale inzet. Vooral de baritonsaxofonist honkte als een bronstige olifant.
Röyksopp. Twee nummers meegepikt op weg naar de uitgang. Bonkte en baste diep, maar indruk wilde het maar niet maken. Doodjammer dat de videoschermen in de Bravo-tent niet werden ingezet, want twee heren plus een soort van telefoonhokje op het podium was weinig enerverend.
sexta-feira, agosto 19, 2005
quarta-feira, agosto 17, 2005
segunda-feira, agosto 15, 2005
Dubbele Serge
Het kan verbeelding zijn, maar het was toch net of na vier uur Serge Gainsbourg op twee dvd’s de gordijnen naar Gitanes geurden. De componist, acteur, schrijver, filmer, vrouwenliefhebber en drinkebroer stoomt als een schoorsteen door de ruim dertig jaar aan clips, tv-shows, interviews en live-opnames die hier verzameld zijn. Aanvankelijk ontwaart u tussen de existentialistische sixties-rook een merkwaardig ogende, slecht playbackende jongeman met geloken ogen, grote oren en een forse neus. Naarmate de tijd verstrijkt verdwijnen die oren onder grijzig haar, maar komen wallen en baardstoppels nadrukkelijk opzetten. In 1991 overleed Frankrijks meest geliefde en gehate popster, hij liet een uiteenlopende muzikale erfenis achter die van beatnik-jazz naar rock en reggae tot sado-maso-disco liep. Omdat kaders en goede liner-notes ontbreken, dient de novice wel even Sylvie Simmons’ Engelstalige biografie A Fistful of Gitanes te lezen (gelukkig zijn de interviews op deze box Engels ondertiteld), of, als u het Frans wel machtig bent, de pil Gainsbourg van Gilles Verlant. Dan kent u de achtergronden rond het schandaal dat Serge veroorzaakte door een reggae-versie van het volkslied op te nemen, en wordt zijn grijns helemaal onbetaalbaar als hij op de eerste rij bij een veiling, gestoken in zonnebril en vieze-mannen-regenjas, een burgermansfortuin neerlegt voor de originele tekst. Hoogtepunt is de half uur durende clip bij Gainsbourgs meesterwerk, het album Melody Nelson (1971). Daarin speelt zijn bloedmooie muze Jane Birkin de iets te jonge protagoniste, gehuld in ultra-kort wit jurkje en witte kousen. Serge is de verfomfraaide Rolls-rijder die haar fietsje dubbelvouwt, verliefd wordt en haar meeneemt op een trip langs surrealistische schilderijen van Ernst, Delvaux en Magritte. De muziek en de belichting zijn al even psychedelisch. Meer mooie vrouwen verschenen aan de zijde van het grof opgeschuurde genie, zoals Catherine Deneuve, Anna Karina, Brigitte Bardot en zijn bloedeigen dochter, voor het (opnieuw) schandalige Lemon Incest. Wie de vorig jaar verschenen dubbele box Gainsbourg à Gainsbarre reeds scoorde, heeft een paar filmpjes dubbel, maar het is ook opnieuw dubbel genieten.
The Price Is Right
Afgelopen zaterdag met L. een paar uur naar platen gegraven in Antwerpen, vooral bij Vinyl (dit keer niet eens aan de kelder toegekomen). Bij de Record Collector niet al te lang binnen geweest, omdat het kreunen van mijn portemonnee het kloppen van mijn muziekhart begon te overstemmen. Record Collector is zo'n mythische zaak, waar Het Allemaal Staat. Rijen met jazz, funk, soul, latin, allemaal originals, allemaal in goede tot zeer goede staat (het vinyl dan, de hoezen niet altijd), maar ook allejezus duur. Zonder blikken of blozen wordt 60 tot 80 euro gevraagd voorb bijvoorbeeld een originele Blue Note-Grant Green. En dan staat er niet één Latin Bit, maar een stuk of zes. Noem maar een jazz-artiest, of een funkband, en zo'n beetje de hele discografie staat daar in de kast.
Na een beetje spitten vond ik een Green's Carryin' On (waar Hurts So Bad op staat, geselecteerd voor Re:Birth) voor 38 euro - waarmee deze Grant Green-elpee de duurste in mijn collectie is. Vlak voordat het kreunen van mijn portemonnee ondraaglijk werd, rekende ik nog gauw een ouwe Parliament (21 pleuro) en Bootsy Collins (13 euri) af.
Ik heb ooit meer geld uitgegeven voor vinyl, zoals aan elpee-boxen van Fela Kuti. Het debuutalbum van Ed Rush & Optical (4x12") heb ik ooit voor 80 gulden gekocht - en daarna hooguit twee keer gedraaid. Vraag aan mezelf waar ik het antwoord nog niet op heb: ga je Grant Green nu wel vaak draaien, of ben je bevreesd voor beschadiging en ga je 'm dus laten verstoffen in de kast?
segunda-feira, agosto 08, 2005
What went down & what's up?
Afgelopen zaterdag gedraaid tijdens de botenparade in de Amsterdamse grachten - zie voor verslag aankomende woensdag op DJ Broadcast. Aankomende zaterdag I'll be mostly playing here.
sexta-feira, agosto 05, 2005
Wegens omstandigheden gesloten
Op 3voor12 een mistroostig makend verhaal over sluitende platenwinkels (zie ook hier), en het is als met tijdschriften en kranten - de val is enkel in snelheid te verminderen, maar niet te stoppen. Zoals er waarschijnlijk (wishful thinking) geen tijd zal aanbreken dat er helemaal geen papieren kranten of tijdschriften zullen zijn, zo zal de platenwinkel ook nog wel even blijven bestaan. Maar je moet ze op een gegeven moment wel met een vergrootglas gaan zoeken.
Doodjammer natuurlijk. Platenwinkels voelen als een natuurlijke habitat (bij mij thuis kun je haast geen kast opentrekken, of er liggen cd's of vinylplaten in), de verwachtingsvolle spanning is gesublimeerde sinterklaasavond. Op de Subjectivistensite las ik ooit de bekentenis dat die spanning op de blaas sloeg - zeker als Die Ene plaat (bij vinyl is de emotie groter, maar kan ook bij cd's) ineens in het schap stond.
Ik vrees voor een belangrijke dagbesteding - ik houd van stedenbezoek, vooral als er fijne platenwinkels zijn (Londen, Rotterdam, Los Angeles, Antwerpen - ik las laatst dat je ook in Düsseldorf fijne plaatjes kunt scoren) - iets wat mijn gezelschap lang niet altijd op prijs stelt overigens, maar dit terzijde. Platen kopen is voor mij inmiddels toegeven aan een verslaving, zeker als meer platen hebt dan je ooit in een leven zal kunnen luisteren. Maar iedere plaat leidt weer tot een andere, vanwege discografie, vanwege invloeden, vanwege pas ontsloten genres en stijlen. Lekker graven, vieze vingers krijgen, voorluisteren, met een vol tasje de winkel verlaten, thuis de schatten uitspreiden. En plannen maken voor de volgende jacht. Deze romantiek zal snuffelen in de iTunes Music Store of andere webwinkels (om over Soulseeken helemaal te zwijgen) nooit krijgen.
Ga ik het nog meemaken dat ik een andere hobby moet zoeken - hoe gaat het bijvoorbeeld met winkels in visgerei? Schijnen ook hordes enthousiastelingen te trekken.
Wat zijn platenwinkels die ik/we in ieder geval nog moet(en) bezoeken, voor het te laat is?
Tien Favo Platenwinkels (in willekeurige volgorde)
1. Amoeba Music - Los Angeles
2. Sounds - Venlo
3. Concerto - Amsterdam
4. Killa Cutz - Amsterdam
5. Kids Love Wax - Amsterdam
6. HMV - Londen
7. Zoom - Maastricht
8. Demon Fuzz - Rotterdam
9. Vinyl Recordshop - Antwerpen
X. FNAC - Parijs
segunda-feira, agosto 01, 2005
Barman op de buis
Observaties tijdens en na Zomergasten met Tom Barman:
- Waar kwam de jeuk van Barman vandaan? Nervositeit? Drankzweet? Prikte zijn (erg fraaie) shirt?
- Prachtige ogen heeft die man.
- Zou iedere Nederlander die het fragment uit de Boudewijn-documentaire zag, hebben geweten wie Herman de Croo en Mark Eyskens waren/zijn? Hoeveel Nederlanders dachten tijdens het kijken; wat weet ik toch weinig van België? (Mijn ervaring is dat Belgen veel meer over Nederland weten dan andersom)
- Oww, wat wil ik die Marvin Gaye in Oostende-docu graag weer eens zien. Doe die Charles Mingus-docu er gelijk maar achteraan. Maar eerst graag de hele clip van Sous le soleil exactement, gezongen door Anna Karina (auw, wat een genant moment was dat zeg, met Godard, lùùùùl!).
- Het begin van het gesprek liep stroefjes, maar gaandeweg kwamen zowel Barman als Palmen er steeds beter in. Connie had haar huiswerk goed gedaan, legde verbanden tussen de werken van Barman (zowel de film als de muziek) die mij verrasten. Bij tijd en wijle was het jammer dat Connie geen doorvragende journalist is - waar Joost Zwagerman zich soms verloor in samenvattinkjes, linkjes en gepsychologiseerd, daar liet Palmen Barman af en toe te gemakkelijk wegkomen. "Ik kom er niet uit Connie," zei Barman dan, en Connie ging door naar het volgende fragment. Toch verzandde het gesprek nergens in gemakkelijk gebabbel.
- Ik heb de hele uitzending niet gezien (tot ongeveer 22.45 uur), dus ik weet niet óf hij uiteindelijk het hele verhaal van het Moeilijke Opnameproces Van Pocket Revolution vertelt heeft, maar god, wat wilde Barman het graag kwijt. En wat ging Connie er niet op in - terwijl zeker na Some Kind of Monster de weg naar het doel zo'n beetje open lag. Te vergelijken met Theo Maassen-Zwagerman, als er íemand die Zomergastenuitzending toe was om zijn schedeldak eens te laten lichten, was het Maassen wel. En Zwaag had niets in de gaten. Dat had overigens een heel ander programma, met veel minder fragmenten opgeleverd.
- Vandaag de van internet geripte Pocket Revolution-versie maar weer 'ns opzetten. 'k Vond 'm aanvankelijk maar zozolala.