quinta-feira, junho 22, 2023

The All Blacks

Stuk voor Esquire, over het enige zwarte band-shirt dat een man nodig heeft:



Het zwarte bandlogo-shirt. Ja, dat kan ook nog na je dertigste gedragen worden. Als je voldoet aan een aantal voorwaarden, betoogt Guuz Hoogaerts.

Dus, je had behoefte aan een pauze. Even wat rustiger aan doen, even de ruimte in de relatie. Toch? Zanger/pianist Ben Folds zingt het met ingehouden woede, deze eerste regels van het bittere Song for the Dumped. Bij het refrein gooit hij alle frustratie eruit: ‘Give my money back, you bitch.’ Maar dat is nog niet alles: ‘And don’t forget, to give me back my black T-shirt.’
Want zonder zwart T-shirt is een mannengarderobe niet compleet. Nee, laat me dat herfraseren:is een man niet compleet. Een zwart T-shirt is niet te vergelijken met de ‘little black dress’ in de kast van je vrouw of vriendin, een fashion essential die haar redt bij elke gelegenheid. Want het gaat hier niet om het effen zwarte stuk katoen. Er moet iets op. Een bandlogo. Niet zomaar een logo, trouwens. Maar daarover straks meer.

Een T-shirt met tekst aanprijzen, er zijn collega’s voor veel minder ontslagen door de hoofdredacteur van dit tijdschrift. Vaker dan eens heeft hij in deze kolommen, en daarbuiten, duidelijk gemaakt dat je na je dertigste geen duidelijk herkenbare logo’s of koddige teksten op je borst, of waar dan ook draagt. Korte broeken, zelfde verhaal. Gedraag je naar je leeftijd, is de regel. Maar toch. Dat zwarte bandlogo-shirt is als een superhelden-cape voor 8-jarigen. Als het zitten op de stoel van de president-directeur. Als het vasthouden van een opengekapt dubbelloops jachtgeweer. Het is je even krachtig en machtig voelen. Met een simpele handeling, een eenvoudig stukje katoen, de wereld in de bek durven en kunnen spugen. Op Ben Folds-intonatie: Fuck You Too.

Eén shirt is voldoende. Eele kast vol schreeuwt niet dat je een groot muziekliefhebber bent, maar dat je moeite hebt met loslaten. En vergeet lollige tekstshirts van het kaliber: Pijl omhoog: ‘The man’, pijl naar beneden: ‘The legend’.
Je draagt een zwart shirt niet als souvenir, niet als reclame, niet als etalage van je smaak, niet (in de woorden van Johnny Cash) omdat je begaan bent met de verschoppelingen, de ongeletterden en de slachtoffers van het systeem. Nee, je draagt het bandlogo-shirt voor wat het op je afstraalt. En dan is de keuze beperkt.

Welbeschouwd zijn er maar twee mogelijkheden: het Ramones-logo, of de AC/DC-typografie. Beide bandlogo’s staan voor rechtlijnigheid. Voor wars van regels, wars van modegrillen. Dit is wat het is. Hard, uitgebeend. Met eeuwige-jeugdflair, zoals papapapa- en lalalala-koortjes in Ramones-nummers, en de basale behoeften die bezongen worden door AC/DC.
‘Back in black’ heet het prijsnummer van die laatste groep, titel van een van de best verkochte hardrock platen ooit. Een song als een mission statement. ‘Ik heb geen doodsangst. Ik ben ongrijpbaar. Ik ben wie ik ben. Hier sta ik, in het zwart.’ The Ramones zijn, op drummer Marky na, allemaal dood. Gitarist Angus Young is het enige oerlid dat nog in AC/DC speelt. Hij voert de band aan als ze op 5 mei het Arnhemse Gelredome platspelen. Niet zomaar een datum. Bevrijdingsdag. Als er één dag is om dat zwarte bandlogo shirt aan te trekken, is het dan.