quinta-feira, agosto 25, 2011

Podcast voor KX Radio 25-8

Gast: schrijver, journalist en muzikant Auke Hulst.
Download slash luister hier

Playlist
1. Eefje de Visser - Afdwaalt.
2. De meisjes - Genoeg is genoeg
3. Sponsored by Prozac - Welcome to my world
4. Orka - Aldan Reyo
5. Vincent Delerm - Deauville sans Trintignant
6. Herbert Gronemeyer - Halt mich
7. Wende Snijders - La solitude
8. De meisjes - Kleren van de keizer

quinta-feira, agosto 18, 2011

KX Podcast 1808

Guest: Kris Coorde
Listen or download from HERE

playlist
* Mavi Isiklar - Ask Cicegi
* Herbie Hancock - Wiggle Waggle
* Cut Chemist - Adidas To Addis
* The Shaolin Afronauts - Journey Through Time
* T.P. Orchestre Poly- Kou Tche Kpo So O
* Cannonball Adderley Quintet - The Sticks
* Love Unlimited Orchestra - What A Groove
* Vivi Bach & Dietmar Schönherr - Molotov Cocktail Party
* Hildegard Knef - Von Nur An Gibs Bergab
* Hypnotic Brass Ensemble - World Champions

sábado, agosto 13, 2011

Lola Brood interview (Viva)

Eerder verschenen in Viva, 2011

Door Guuz Hoogaerts



Tien jaar geleden sprong haar vader Herman Brood van het dak van het Hilton. Samen met Art Rooijakkers gaat Lola Brood voor een tv-programma dat 17 juni begint op zoek naar mooie, grappige, bizarre verhalen over Herman. ‘Soms is het fijn op de pijn op te zoeken.’



De gelijkenis met Herman is treffend. Dat is het eerste wat opvalt als je Lola Brood (25) een hand geeft. Dezelfde licht-spottende blik, dezelfde bedachtzame manier van praten, dezelfde dromerigheid. Tijdens het interview zal ze een paar keer vragen: ‘Waar was ik antwoord op aan het geven?’, om daarna hard te lachen. 
We zitten eerst in de forse tuin van het knusse Amstelveense huis waar haar moeder en halfzusje Holly wonen. Omdat het toch wat koud optrekt op het stenen tuinmeubilair, verkassen we naar het tuinhuisje waar Lola samenwoont met haar vriend Alex. Er hangen ‘Hoera! Geslaagd!’ vlaggetjes in de open keuken. Lola: ‘Alex is klaar met zijn studie bedrijfskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Er zijn helaas geen vlaggetjes met ‘Hoera! Afgestudeerd!’


Lola wordt zeer geregeld aangesproken over haar vader. ‘Ik werk in een kroeg, daar vertellen mensen dat ze mijn vader nog hebben gekend. Blijkt dat ze ‘m op een bankje hebben zien zitten. Of dat ze achter ‘m zaten in de tram. Of, nog erger, dat ze biertjes met ‘m hebben gedronken en jointjes met ‘m hebben gerookt. Nou, mijn vader dronk geen bier. Hij rookte nooit jointjes. Hij deed alles in het extreme, ook wat drank- en drugsgebruik betreft. Soms begrijp ik niet waarom mensen een lulverhaal ophangen. Van de andere kant, mijn vader was heel sociaal. Als we samen zaten te tekenen op het terras, mocht iedereen er bij komen zitten. Dan krijg je al snel het gevoel dat je iemand kent. Ik blijf altijd aardig als mensen me aanspreken. Het zijn toch fans. Ik ben enorm trots dat er nog zoveel aandacht is, tien jaar na zijn dood.’



‘Lulverhalen’ zitten niet in ‘Op zoek naar Brood’, het programma waarin Lola samen met Art Rooijakkers bij mensen langsgaat die bijzondere herinneringen aan haar vader hebben. Liefst met bijbehorend voorwerp: ‘Een fiets die hij heeft beschilderd omdat hij er een lift op kreeg, bijvoorbeeld. Hij betaalde vaak met tekeningen omdat het geld op was. Er zullen vast treinconducteurs zijn die kunst van ‘m hebben omdat hij geen kaartje had gekocht. Ik weet nog dat we een keer op vakantie waren in Italië, en we zonder geld zaten. Gingen we op de markt tekeningen verkopen. Toen we daar werden weggestuurd, gingen we langs de kant van de weg staan. Kwamen er een stel Belgen langs, die herkenden mijn vader en kochten de tekeningen. Toen hadden we weer geld voor de rest van de vakantie. Zo ging het heel vaak. Hij had altijd overal een oplossing voor. Ik heb nooit enige vorm van paniek bij hem gemerkt.’ De voorwerpen van mensen die zich aanmelden bij het programma, worden in bruikleen gegeven voor een expositie. Die opent na de vierde en laatste aflevering.



Op moment van het interview is er nog niet gedraaid. Lola weet al dat ze bij voormalige bandleden langsgaan, bij haar halfbroer Marcel en er wordt ook geprobeerd om de twee zussen van Herman voor de camera te krijgen. ‘Dat wordt nog lastig, want zij willen liever niet op tv.’ Beppie, de jongste, en Elly (vier jaar ouder dan Herman) hebben volgens Lola prachtige verhalen. ‘Beppie woont hier vlakbij, die zie ik wel geregeld. Elly woont in het oosten van het land. Zij kan heel leuk vertellen, ik ben al eens een keer met mijn nichtje naar haar toe gegaan om verhalen van vroeger te horen. Zij kwam voor mijn vader op als hij gepest werd op school, omdat hij een lui oog had. Ze kan ook vertellen over mijn opa en oma, die ik helaas nooit heb gekend. Ook die zijn altijd achter mijn vader blijven staan. Moesten ze ‘m weer ergens ophalen omdat hij te ver was gegaan met drugs. Ze hebben hem nooit veroordeeld, maar altijd op het rechte pad proberen te houden. En ‘m gesteund in zijn muzikale carrière. Als ze dat niet hadden gedaan, was het echt mis gegaan, daarvan ben ik overtuigd. Niemand had mijn vader van de drugs af kunnen houden.’

Ze zegt dat ze nog veel vragen heeft. Aan familie van Herman, aan ex-bandleden. ‘Ik ben nu 25 jaar, ik begrijp dingen nu veel beter dan tien jaar geleden. Ik kan niet dood, zijn mijn vader altijd. En ik geloofde hem. Pas toen ik ‘m opgebaard zag liggen, geloofde ik het pas.’ De laatste jaren, waarin Herman geestelijk en lichamelijk gesloopt was door de drank en drugs, waren heftig. ‘Ik heb toen wel tegen hem gezegd dat hij moest stoppen met drinken. Ik heb flessen verstopt. Dat leverde stevige ruzies op. Het klinkt gek, maar ik realiseerde me niet echt dat hij doodziek was. Ik wilde het misschien ook niet zien.’



Lola kijkt nog altijd weg bij beelden van een speed spuitende Herman. ‘Ik kan er niet tegen. Ik ben voor het programma ook niet geïnteresseerd in verhalen over groupies. Ik weet dat hij er niet vies van was, maar die verhalen voegen wat mij betreft niks toe.’ Ze is ervan overtuigd dat haar vader zonder zijn verslaving ‘het nooit zo ver had geschopt. De drugs gaf hem inspiratie, hij voelde zich zekerder. Zijn liedjes werden er geloofwaardiger van. Zonder drugs is Herman Boord geen Herman Brood meer.’
Zelf heeft Lola wel wat geëxperimenteerd met drugs. Paddo’s, jointjes. ‘Uit nieuwsgierigheid. En omdat zoiets nu een maal bij de puberteit hoort. Ik ben nu een stuk rustiger hoor. Maar een paar jaar geleden was ik een feestbeest. Veel uitgaan, veel drinken. Dan hoorde ik wel: ja, ze heeft het van geen vreemde! En dat sloeg niet alleen op mijn vader, maar ook op mijn moeder, haha. Ach ja. Daar trok ik me weinig van aan.’ Herman heeft haar nooit gewaarschuwd voor foute vriendjes, voor de gevaren van het nachtleven. Hij zei ooit in een interview dat hij vond dat hij tekort schoot wat betreft de opvoeding van zijn kinderen. ‘Mijn moeder verwachtte ook helemaal niet van ‘m dat hij zich daarmee bezig hield. Dat deed zij wel.’ Was er rust, reinheid en regelmaat in huize Brood? ‘Soort van, haha. Als mijn vader en ik samen waren, was het feest. Bracht hij me zogenaamd naar school, maar dan gingen we op het terras zitten tekenen. ‘Uw portret voor 25 gulden!’ Dan tekende hij het hoofd, vouwde het blad om en dan mocht ik het lijf tekenen. En hij weer de benen. En ik de voeten. Dat zijn hele dierbare herinneringen.’ 


Als ze zich verdrietig voelt, kijkt ze op Youtube naar filmpjes. ‘Het fragment waarin hij het liedje When I Come Home zingt, dat gaat over ons, over zijn dochters.’ Is zo’n filmpje niet heel erg pijnlijk? Lola moet even naar woorden zoeken: ‘Vanaf de dag nadat hij van het dak was gesprongen, wilde de pers met mij praten. Het voelde haast als een verplichting. Ik ken een meisje dat haar vader ook is verloren, die praat er nooit over. En als ze het dan toch doet, breekt ze gelijk. Het klinkt misschien gek, maar je leert om je gevoel uit te schakelen, ik kan een verhaaltje afdraaien. Maar soms is het ook wel fijn om de pijn op te zoeken. Dat doe ik dan liever in mijn eentje. Dan kijk ik foto’s en filmpjes. Bij mij werkt dat beter dan verdriet weg te stoppen.
Ik ben voor tv-programma’s naar het Hilton hotel gegaan, waar hij van het dak ik gesprongen. Ik heb zelfs op het dak gestaan met Hennie Huisman. Dat is wel heftig, maar ik snap ook wel dat als je een programma maakt over mijn vader, dat je naar plekken moet gaan die met hem te maken hebben. Ik ben ook een paar keer naar begraafplaats Zorgvlied gegaan met camera’s erbij. Zolang zo’n programma met respect wordt gemaakt, als er van tevoren overleg is over wat ik wel of niet wil doen, dan heb ik er geen moeite mee.’

Recent werd ze wel boos toen ze te gast was in het radioprogramma BNN Today en er zonder waarschuwing een fragment te horen was van de tekst die ze voorlas op de begrafenis van haar vader. ‘Als ik daar niet had gezeten om het tv-programma te promoten, was ik weggegaan. Later hebben ze hun excuses aangeboden. Ieder normaal denkend mens weet toch hoe pijnlijk dat is?’



Lola was eenmalig deelnemer aan ‘Sterren dansen op het ijs’. Waarom? ‘Waarom niet!Leren schaatsen in zo’n show, dat is toch hartstikke grappig? Nooit spijt van gehad.’ Dat heeft ze ook niet van de gewaagde fotoshoot voor mannenglossy FHM. ‘Ik hoefde niet quasi-geil met mijn vinger in mijn mond te poseren, het zijn stoere, sexy foto’s geworden. Ik dacht: die kan ik later aan mijn kinderen laten zien: dit is mama, zo dun was ik toen, haha. De leukste reactie die ik kreeg was van een paar bouwvakkers hier in Amstelveen. Ze wezen naar me en zeiden: jij hangt bij ons op kantoor!’
Ze denkt erover om ‘over een tijdje’ haar tuinhuisje, waarin een schitterend oud bad op pootjes staat en waar op de muren van de slaapkamer geschilderde tropische vissen zwemmen, te verruilen voor een echt huis. ‘Het is hier best krap. Alex en ik hebben veel kleren, ik zit altijd te knutselen of te tekenen en daar heb je ruimte voor nodig. Maar voorlopig zit ik hier nog wel goed, mijn moeder en mijn zusje zijn dichtbij, onze honden en katten ook.’
Haar vader werd vroeger gepest vanwege zijn luie oog: hoe slecht zijn haar ogen eigenlijk? Lola moet lachen: ‘Mijn lenzen en bril zijn +3 en +5. En dan zit er ook nog een cilinder in. Dat is echt iets wat ik van mijn vader heb geërfd. Ik heb ook met een sticker op mijn oog rondgelopen als kind, om het luie oog in het gareel te krijgen. Dat vond hij kindermishandeling. Hij is er vroeger vreselijk mee gepest. Ik vond het wel zuur dat ik een bril op moest als kind, maar ik werd er nooit mee gepest. Mijn moeder zei altijd, als ze er ruzie om kreeg met mijn vader: ‘Allemaal leuk en aardig dat jij het kindermishandeling vind; als ze die bril niet op zet, ziet ze niks!’

Naast het tv-programma is Lola bezig met diverse projecten waarbij de schilderijen en tekeningen van haar vader een belangrijke rol spelen. ‘Samen met mijn moeder ben ik bezig met een kledinglijn. Daarvoor gebruiken we bestaande tekeningen en foto’s van mijn vader, maar ik voeg er zelf ook wat aan toe. Anders is het te makkelijk.’ Lola volgde na de middelbare school kort een kappersopleiding. ‘Ik dacht dat ik dat leuk vond. Maar eigenlijk vond ze de visagie het leukst, lekker met oogschaduw aan de gang.’ Ze heeft wel een beroepskeuzetest gedaan, ‘daar kwam uit dat ik iets in de verzorging moest gaan doen. Ik wist niet goed wat ik wilde. Een kinderdagverblijf opzetten? Maar dan zou ik het werken met volwassenen weer missen. Nu denk ik: had ik toch maar een grafische opleiding gevolgd.’ Naast werken in een kroeg verdient Lola nu ook geld met het decoreren van kinderkamers. ‘Dat voelde zo goed, toen ik daarvoor werd betaald! Al wist ik niet goed wat ik ervoor moest vragen. Het was bij vrienden. En net als mijn vader heb ik een hekel aan de financiële kanten. Het is bij ons al gauw goed.’

En ja, Lola heeft wel eens in een studio gestaan om wat te zingen. ‘Maar dat kan ik niet. Daar kwam ik al heel snel achter. Bij de premiere van de film over mijn vader heb ik in Paradiso opgetreden met Spike, van Di-Rect. Daar deden we Omdat ik zoveel van je hou van Willy en Willeke Alberti. Het was enorm vals, toch klapte iedereen. Vooral uit beleefdheid. En uit respect voor mijn vader.’



Lola zoekt Brood, vanaf 17 juni, vier keer op de vrijdagavond om 20.30 uur bij de AVRO op Nederland 3.

KADER
Art over Lola
Art Rooijakkers staat Lola bij in haar zoektocht naar verhalen over haar vader. ‘Lola is een enorm innemend meisje. Ze heeft iets onhandigs over zich, dat had haar vader ook wel. Herman heb ik bij leven een paar keer ontmoet, heel kort. Je ziet de overeenkomsten met hem direct. We hebben inmiddels een paar dagen gedraaid, onder meer in de oude buurt in Zwolle waar Herman is opgegroeid. Dan komen er gelijk mensen naar buiten die Lola herkennen. Ze willen ook meewerken aan het programma omdat Lola erin zit. Zij is zo gefascineerd door de verhalen die ze hoort, dat ze af en toe vergeet dat we een programma aan het maken zijn. Het is mijn rol om dan even in te grijpen. Maar ik houd ‘r ook een beetje in de gaten. We hebben gesproken met een vriend die Herman kende uit een tijd dat het echt niet goed met hem ging, en daar nogal plastisch over vertelde. Dan wil ik graag weten of het niet te heftig voor Lola wordt. Soms voel ik me haar grote broer.’

Marcadores: , , ,

Interview Martin Buitenhuis (Van Dik Hout)

(eerder verschenen in Nieuwe Revu 2011)

Van Dik Hout-zanger Martin Buitenhuis
‘Ik heb een hekel aan huilen’

Door Guuz Hoogaerts
Fotografie: Corné van der Stelt

Het nieuwe Van Dik Hout-album heet Leef!, en is geschreven na de dood van de vader van zanger Martin Buitenhuis (42) en de vrouw van bassist Ben Kribben. ‘Een zanger van een band die solo gaat, dat is altijd zo treurig.’

Op 27 juni ging in jullie clubhuis natuurlijk de driekleur in top.
‘Vanwege die motie van de PVV die werd aangenomen? Ik sta heel ambivalent tegen het voorstel om tenminste 35 procent Nederlandstalige muziek te draaien op Radio2. Het zou bands als Van Dik Hout, De Dijk of Acda en De Munnik wel ten goede komen. Het is dringen op de radiozenders. Pluggers hebben wekelijks een koffer vol nieuwe platen. Het is niet vanzelfsprekend dat onze liedjes gedraaid worden. Wij zingen toevallig in het Nederlands, er lopen in Nederland heel veel goede bands rond die dat niet doen. Waar moeten die dan heen? En pikt het publiek het wel, Radio2 waar zoveel Nederlandstalige muziek wordt gedraaid? Ik geloof nog steeds in de ouderwetse methode: de radio-dj overtuigen met je plaat, en die overtuigt vervolgens de luisteraar.’

Weg uit Nederland heet de single van het nieuwe album. In de eerste regels zing je: ‘Ik ben klaar met die uit de hand gelopen klucht’. Slaat dat op de Nederlandse politiek?
‘Ik vind het stuitend hoe sommige politici zich achteloos uitlaten over een bevolkingsgroep. We leven in een hysterisch land. Populisme viert hoogtij. Dat heeft te maken met hoe de media werkt: wie degene die de meest extreme uitspraken doet in zijn programma krijgt, haalt de hoogste kijkcijfers. Ik moet er soms ook wel om lachen. Heb je die speech van Maxime Verhagen gelezen, over angst voor moskeeën en buitenlands voedsel? Wat een amateurisme. Wat doet die pr-afdeling van het CDA eigenlijk? Had die hem niet kunnen weerhouden?’

De titel suggereert anders, maar Weg uit Nederland is wel degelijk een ode. Aan het landschap en de Hollandse luchten, vooral.
‘Dat is de Nederlander, he. Grote bek, ‘mij zien ze niet meer terug!’ En dan toch op de knieën weer naar huis. Ik ben net zo, hoor. Twee weken vakantie, langer hoeft van mij niet. Het valt trouwens niet mee om een ode te schrijven zonder misplaatst chauvinisme. Voor je het weet kom je in Unox-sferen. De titel is bewust gekozen. Als ik het nummer tijdens concerten aankondig, hoor je een gemurmel uit de zaal komen: hoezo, weg uit Nederland?! Het lijkt me vreselijk wat Bruce Springsteen is overkomen met zijn Born in the USA. Dat is een aanklacht tegen de manier waarop Vietnam-veteranen werden behandeld. Maar nota bene Ronald Reagan maakte er een nationale strijdkreet van. Wat een nachtmerrie moet dat voor Springsteen zijn geweest.’

Zou je een nummer over je overleden vader kunnen schrijven?
‘Nog niet. Later misschien. Hij is bijna twee jaar geleden overleden. Van het ene op het andere moment was hij er niet meer. 79 jaar was hij. Het is nog steeds een onwerkelijk gevoel. De dood van een dierbare is een gigantisch onderwerp. Het zou best kunnen dat ik later de woorden vind voor een nummer over hem. Zijn dood heeft me nu in ieder geval geïnspireerd om het beste uit mezelf te halen.’

Leef! is geschreven na de dood van je vader, en de plotse dood van Sanne, de vriedin van bassist Ben Kribben die een herseninfarct kreeg. Je zou, zoals Bløf dat bijvoorbeeld deed na de dood van drummer Chris Götte, nooit een plaat met de dood als thema maken?
‘Popmuziek, vind ik, moet toch iets luchtigs houden, de luisteraar moet zich niet ongemakkelijk gaan voelen. Ik waak ervoor om heel snel mijn allerdiepste zieleroerselen op tafel te gooien. Dat heeft tijd nodig. De dood van Sanne was verschrikkelijk. Zij en Ben hadden twee kleine kinderen. Sanne was ook de beste vriendin van mijn vriendin. Dat heeft enorm ingegrepen in ons sociaal leven, van alle bandleden. Het gebeurde allemaal vlak voor ons concert in Carré in Amsterdam, ter ere van ons vijftien jarig bestaan. Het repeteren voor die show was heel moeilijk. Je gedachten zijn heel ergens anders. Toch was het een geweldige avond. Maar op het feestje na afloop dacht ik: er moet iets gebeuren. Ik moet het bij een volgende plaat heel anders aan aan pakken.’

Hoe anders?
‘Ik ben gaan wachten. Totdat de inspiratie voor nieuwe nummers kwam. De liedjes die we al hadden geschreven, heb ik weggegooid. Er lag een planning voor een nieuw album, met bijbehorende tournee. Zo deden we het al jaren. Dat zijn geen leuke telefoontjes die je dan moet plegen, naar de platenmaatschappij bijvoorbeeld. Maar nadat ze daar binnensmonds hadden gevloekt, kreeg ik al het vertrouwen. Ik wilde een ode aan het leven schrijven. Aan vriendschap. Aan muziek. Maar in plaats van alle aantekeningen uit de afgelopen maanden verzamelen, ben ik gaan wachten.’

Gewoon, zitten op de bank, armen over elkaar?
‘Nee, niet zo letterlijk. Gewoon doorgegaan met leven, met mijn kinderen gespeeld. Af en toe de gitaar gepakt, en weer weggezet. Het duurde lang voordat de inspiratie kwam, ik begon ‘m wel te knijpen. Als je de boel zo op zijn kop zet, moet je wel met iets goeds komen natuurlijk.’

Was die routine, plaat maken, tournee, plaat maken, je gaan tegenstaan?
‘Het ging wel heel makkelijk allemaal. Daar moest bewust een streep doorheen. Dave, onze gitarist, heeft voor het eerst muziek geschreven. Toen ik zijn demo hoorde, is het begonnen. Ik had gelijk de tekst voor het nummer We gaan door. En binnen drie weken had ik de rest. Ik was bang om te gaan slapen, misschien zou het de volgende ochtend weg zijn. Met koffie en wijn heb ik doorgewerkt. Ik ben zelfs bijna weer gaan roken, haha.’

En nu dan toch weer het rondje langs de festivals en straks voor de zeventiende keer naar Paradiso.
‘En daar heb ik oprecht zin in. Ik ben een hele slechte acteur. Ik wil geen zanger zijn van een band die mensen aan het werk houdt. Als ik een intens gevoel heb bij nieuwe nummers, bij een nieuw album, bij een concert, dan voel ik me op mijn plek. Van al die keren dat we in Paradiso stonden, kan ik me geen avond helemaal meer voor de geest halen. Het is geen routine om daar te spelen, dat zal het ook nooit worden.’

Voor de achthonderdste keer Stil in mij spelen, dat verveelt ook niet?
‘Nee. We hebben dat nummer vaak genoeg herschreven. Ander intro, andere brug, ander tempo. In de oefenruimte voelden we allemaal al dat het niet werkte. Dan deden we die nieuwe versie één keer live en daarna had niemand het er meer over (lacht). Iedere keer als het intro wordt gespeeld, veer ik weer op. Het heeft iets oneindigs fris.’

Het was het eerste nummer dat jullie schreven. Daarna is er nooit meer een Van Dik Hout-liedje geweest dat eenzelfde status heeft gekregen. Frustreert dat?
‘Het is onze Radar Love. Onze Satisfaction. Waarmee ik Van Dik Hout niet gelijk wil stellen aan de Earring of de Stones, trouwens. Ik ben er nog altijd waanzinnig trots op. Nee, het frustreert helemaal niet dat we niet nog zo’n nummer hebben. Misschien hebben we dat wel, maar moet dat nog groeien.’

Jij voelt niet de behoefte om buiten Van Dik Hout een plaat te maken?
‘Ach nee. De zanger die solo gaat, dat heeft altijd iets treurigs. Moet ik dan één of andere inhuurband bellen? Dat wil je toch niet.’

Je hebt Stil in Mij ook gezongen op de begrafenis van je vader. Krijgt zo’n nummer daar voor jou dan niet een veel te emotionele lading van?
‘Nee. Het was het favoriete nummer van mijn vader. Als we in Paradiso speelden, stond hij in zijn bretels op het balkon keihard mee te zingen. Dat was een attractie op zich (lacht).’

Aanvankelijk stond hij niet te juichen dat je je studie rechten afbrak om zanger in een bandje te worden.
‘Hij is geboren in een tijd met veel minder kansen dan nu. Hij heeft zijn eigen bedrijf opgezet. Hij was enorm trots dat ik en mijn twee broers konden gaan studeren. ‘Maar kun je het dan niet combineren, die band en die studie’, zij hij dan. Nee, dat gaat niet. Ik wil al sinds mijn veertiende muziek maken. Mijn ouders hebben me altijd gesteund in mijn keuze. Helemaal nadat ik ze had meegenomen naar Pinkpop, waar we in 1995 voor het eerst speelden. Mijn ouders waren nog nooit op een popfestival geweest. De band was erop gebrand om een goede indruk te maken, dat lukte ook. Vanaf dat moment waren mijn ouders om.’

Je vriendin Mirte vertelde dat ze je in de twaalf jaar dat jullie elkaar nu kennen, een handvol keren heeft zien huilen. Ben je een binnenvetter?
‘Nee hoor. Ik heb alleen een hekel aan huilen. Mannen huilen niet. Vind je dat vreemd? Het valt me op dat de laatste tijd mensen haast emotioneel incontinent lijken. Wildvreemden stortten tegenover elkaar hun hart uit op televisie. Ik vind dat niet beleefd, om een wildvreemde op te zadelen met jouw gevoelens. Ik lach liever.’

Mirte moet uit de tekstboekjes van de Van Dik Hout-platen maar opmaken hoe je ergens over denkt?
‘Dat is gechargeerd. Natuurlijk praat ik wel met haar en met echt goede vrienden over wat me bezig houdt. Maar ik heb het geluk dat ik mijn emoties kwijt kan in mijn teksten, en op het podium.’

Mirte vertelde ook dat zij ‘s morgens jullie twee dochters naar school brengt. Ze zei: ‘Martin is een echte artiest’
(Lacht) ‘Ik kan niet vroeg opstaan. Ik heb het geprobeerd, echt waar. Toen de kinderen kleiner waren, stond ik om half zeven klaar met een flesje. Maar na een jaar zat ik met zo’n kop en enorme wallen op de bank en vroeg ik: kunnen we dat toch niet anders regelen? Van Dik Hout speelt ‘s avonds, we komen laat thuis. Ik slaap graag uit (lacht).’

Voel je je daar schuldig over?
‘Nee. Veel schrijvers en artiesten trekken zich terug als ze bezig zijn met iets. Mirte heeft wel het nodige te verduren gehad in de afgelopen jaren. Als ik bezig ben om een plaat te schrijven, ben ik soms niet te genieten. Ik heb deze keer een ruimte gehuurd in het centrum om te kunnen werken. ‘s Avonds sliep ik dan wel thuis. En als we niet bezig zijn in de studio, doe ik heel veel met de kinderen omdat ik overdag thuis ben. Ik voel me niet schuldig, nee.’

Er zijn een aantal jonge artiesten opgestaan die in het Nederlands zingen, zoals Eefje de Visser, Roosbeef en Lucky Fonz III. Volg je de concurrentie?
‘Nou, concurrentie. Het is popmuziek he, geen sport. Lucky Fonz III vind ik heel goed, ook in het Engels trouwens. Er zijn meer leuke Nederlandse bandje, zoals King Jack. Ken je dat? Vette seventies-rock met een Hammond-orgel.’

Zou jij een coach kunnen zijn voor een band als King Jack?
‘Nee. Toen ik 22 was, nam ik van niemand iets aan. Als een collega-muzikant me om mijn mening vraagt, geef ik die. Ik zou eerder advies moeten krijgen van jongere bands, over social media bijvoorbeeld. Ik twitter sinds kort. Daar heb ik me lang tegen verzet, ik vond het onzin om te twitteren dat ik boodschappen aan het doen was. Maar ik zie nu in dat je makkelijk in contact kunt komen met mensen die je muziek leuk vinden.’

Je zong een duet met deelnemer Ed van X-Factor. Waarom?
‘Die tv-talentenjachten zijn een mogelijkheid voor artiesten als wij om een jong publiek te bereiken. De klas van mijn oudste dochter, die 8 jaar is, kijkt naar X-Factor. Dat ik dat duet zong, dat was wat hoor. Mijn dochters zijn mee geweest naar festivals waar tienduizend man onze liedjes meeschreeuwde. Ze deden alsof dat volkomen normaal was. Maar X-Factor, dat was anders. Er is misschien het een en ander aan te merken op die tv-talentenjachten, maar je moet daar ook niet te krampachtig over doen. Anders kom je nergens meer. Verder kwam onze cd die dag uit, dus ja. Die wilde ik wel laten zien natuurlijk.’

Zijn je dochters wel trots op wat je doet?
‘Ik denk het wel. Ze zingen mee met Van Dik Hout liedjes in de auto. Hun favoriete cd van het moment is die van Mamma Mia!, de Abba-musical. Die kunnen Britt en Lisa de hele dag meezingen, en er op dansen. Ik voorzie dat er een dag komt dat ik net als mijn vader ga zeggen: ‘Muziek? Maak eerst maar je studie af’.’

Revu ontmoet Martin Buitenhuis
Waar? Café NAP, op IJburg in Amsterdam.
Hoelang? Van 10.30 tot 13.30 uur
Genuttigd? Koffie, nog meer koffie, broodjes, verse jus. Koffie.
Bijzonderheden? Als de barman niet even tevoren had gewaarschuwd, had de verslaggever het hele interview met open gulp gehouden. ‘Ja, ik kan ook niks zeggen’.