Jaarlijstje 2014
1. Typhoon – Lobi da Basi. Zullen we Ty dan maar de Luc de Vos van de Nederlandse hiphop noemen? Man zonder vijanden, man met wie je al na vijf minuten een deep, meaningful relation wil aangaan, man die durft te twijfelen, die niet bang is voor romantiek en die begiftigd is met Het Woord. Geen plaat zo vaak gedraaid als deze, geen plaat waar ik voorlopig op uitgeluisterd ben.
2. Salomé LeClerc – 27 fois l’aurore. Canada, oh Canada, wat heb je toch een diep meer aan Franstalig talent en wat heb ik daar ook dit jaar weer mooie dingen uit opgevist. Zoals det weede plaat van Salomé, die de claustrofobie van Joy Division aan de warmte van Vanessa Paradis koppelt, die maakt wat Kraftwerk, Chris Isaak en Francoise Hardy zouden maken als ze stuck in an elevator hadden gezeten.
3. Jungle By Night – The Hunt. Het kan alleen maar beter, dat lijkt het motto van Onze Jongens. Als hun beats en broeierigheid ook 8-jarige jongetjes die vooral willen meezingen met Kinderen voor Kinderen weten te beroeren, ik heb het meegemaakt, dan ziet de toekomst er zonnig uit. Live was, en is het altijd een feest om ze te zien.
4. Silk Rhodes – s/t. Waaide eind dit jaar zomaar ineens aan, brok insmeersoul zoals Prince het niet meer maakt, maar Theo Parrish is ook nooit ver weg. Retro as fuck? Ja, en?
5. Marie Warnant – Nyxtape. Deze had ik even gemist, uitgebracht in april maar pas onlangs op de radar. Het Waalse krullenmeisje gooit het roer om, weg is de zoete rock, hallo Afrikaans-Caraibische no wave. Denk Allez Allez, denk Anna Domino. Arty, omdat het kan. Dansbaar, omdat het zo lekker is.
6. The Honey Trees – Bright Fire. Ik weet niet of The Civil Wars ooit nog een album gaan maken dat zo mooi is als hun debuut. Ik denk het niet. Maar tot die tijd vermaken we ons gewoon met The Honey Trees, althans, ik wel.
7. Dans Dans – 3. Gi-taar-muuu-ziek! En dan instrumentaal. En dan bloedspannend. En dan uit Belgie. Dus dat.
8. Adnan Joubran – Borders Behind. Ik ben mijn vriendinnetje heul erg dankbaar dat ze me heeft laten kennismaken met Trio Joubran, Palestijnen die bloedmooie instrumentale muziek maken waarin, zo heb ik me laten vertellen, de hele Arabische geschiedenis voorbij komt. Adnan is lid van het Trio en rekt de grenzen op zijn soloplaat een stuk op, met invloeden van India tot Sevilla. Mooi mooi mooi.
9. Stephanie Lapointe – Les amours paralleles. Gek genoeg ineens van Spotify verdwenen, dit aan de tederheid van de mooiste Francoise Hardy-liedjes refererende album van alweer een Frans-Canadees talent. Muziek als een wollen trui om je tranen mee te deppen.
10. Spoon – They want my soul. Indie-gitaarmuziek en ik, net als we elkaar definitief gedag willen zeggen komt er een plaat voorbij waardoor we toch weer even van elkaar gaan houden. Zeker als een flinke scheut blauwe-ogensoul aan wordt toegevoegd, zoals door Spoon. Do You? Nou en of.
2. Salomé LeClerc – 27 fois l’aurore. Canada, oh Canada, wat heb je toch een diep meer aan Franstalig talent en wat heb ik daar ook dit jaar weer mooie dingen uit opgevist. Zoals det weede plaat van Salomé, die de claustrofobie van Joy Division aan de warmte van Vanessa Paradis koppelt, die maakt wat Kraftwerk, Chris Isaak en Francoise Hardy zouden maken als ze stuck in an elevator hadden gezeten.
3. Jungle By Night – The Hunt. Het kan alleen maar beter, dat lijkt het motto van Onze Jongens. Als hun beats en broeierigheid ook 8-jarige jongetjes die vooral willen meezingen met Kinderen voor Kinderen weten te beroeren, ik heb het meegemaakt, dan ziet de toekomst er zonnig uit. Live was, en is het altijd een feest om ze te zien.
4. Silk Rhodes – s/t. Waaide eind dit jaar zomaar ineens aan, brok insmeersoul zoals Prince het niet meer maakt, maar Theo Parrish is ook nooit ver weg. Retro as fuck? Ja, en?
5. Marie Warnant – Nyxtape. Deze had ik even gemist, uitgebracht in april maar pas onlangs op de radar. Het Waalse krullenmeisje gooit het roer om, weg is de zoete rock, hallo Afrikaans-Caraibische no wave. Denk Allez Allez, denk Anna Domino. Arty, omdat het kan. Dansbaar, omdat het zo lekker is.
6. The Honey Trees – Bright Fire. Ik weet niet of The Civil Wars ooit nog een album gaan maken dat zo mooi is als hun debuut. Ik denk het niet. Maar tot die tijd vermaken we ons gewoon met The Honey Trees, althans, ik wel.
7. Dans Dans – 3. Gi-taar-muuu-ziek! En dan instrumentaal. En dan bloedspannend. En dan uit Belgie. Dus dat.
8. Adnan Joubran – Borders Behind. Ik ben mijn vriendinnetje heul erg dankbaar dat ze me heeft laten kennismaken met Trio Joubran, Palestijnen die bloedmooie instrumentale muziek maken waarin, zo heb ik me laten vertellen, de hele Arabische geschiedenis voorbij komt. Adnan is lid van het Trio en rekt de grenzen op zijn soloplaat een stuk op, met invloeden van India tot Sevilla. Mooi mooi mooi.
9. Stephanie Lapointe – Les amours paralleles. Gek genoeg ineens van Spotify verdwenen, dit aan de tederheid van de mooiste Francoise Hardy-liedjes refererende album van alweer een Frans-Canadees talent. Muziek als een wollen trui om je tranen mee te deppen.
10. Spoon – They want my soul. Indie-gitaarmuziek en ik, net als we elkaar definitief gedag willen zeggen komt er een plaat voorbij waardoor we toch weer even van elkaar gaan houden. Zeker als een flinke scheut blauwe-ogensoul aan wordt toegevoegd, zoals door Spoon. Do You? Nou en of.