terça-feira, dezembro 13, 2011

Interview Huub van der Lubbe

(eerder verschenen in Nieuwe Revu, 2011)

‘Ik ben nog steeds voor het communisme’

Door Guuz Hoogaerts
Fotografie Corné van der Stelt

Huub van der Lubbe (58) over het veertiende studio-album van De Dijk, de band waar hij al dertig jaar in zingt. Over de documentaire Hou me vast, over de dood en over de toekomst: ‘Ik wil geen parodie op mezelf worden.’

Hoe kan ik horen dat Scherp de zeis het veertiende studio-album van De Dijk is en niet, zeg, het vijfde?
‘Moet ik daar op antwoorden? Ik zing beter dan op vroegere albums. Extreem gesteld: voorheen stond ik in de studio met een vaag idee van wat de zangmelodie was. De bandleden die de arrangementen hadden gemaakt hadden me een zanglijn voorgezongen en met die informatie gooide ik me er dan in. God zegene de greep, dat was mijn manier van zingen. Achteraf was dan niet iedereen daar tevreden over. Maar nu zoek ik zelf de melodie uit. Ik kan het nummer op gitaar spelen, ik oefen thuis met hulp van het computerprogramma Pro-Tools. Ik zit nu beter in het proces.’

Nooit zangles gehad?
‘Jawel, maar dat was 25 jaar geleden. Van Anja, uit Utrecht. Ging ik elke week braaf heen. Zij leerde me hoe ik mijn stem zo kon gebruiken dat ik niet na een weekend spelen geen woord meer kon uitbrengen. En pijn had. Daar wou ik vanaf. Als het spannend wordt, ontspannen. Daar kwam de techniek op neer. Iets wat voor veel meer geldt dan alleen zingen, trouwens. Ik heb op een gegeven moment tegen de jongens gezegd dat de muziek die zij maken bij mijn teksten, niet in een te hoge toonsoort moet staan. Neem het nummer Pure liefde. Prachtig, maar zo hoog wil ik niet meer zingen.’

Hier ligt een schone taak voor de Dijk-coverband The Otherside.
‘Zij kunnen het waarschijnlijk wel zingen. Het is eervol dat je nummers gecovered worden. Onze drummer Antonie Broek maakt er een sport van zoveel mogelijk covers van onze liedjes door popkoren te verzamelen. Daar kan ik niet naar kijken. Dan breekt het zweet me uit. Veertig vrouwen in pakjes en met pasjes die Nergens goed voor zingen...ik kan het niet aanzien. Ik luister mijn eigen opnames ook nooit terug.’

Waarom niet?
‘Ik kan niet van mezelf in vervoering raken. Als ik Solomon Burke een van onze nummers hoor zingen, dan wel. Maar als ik een nummer heb ingezongen voor een plaat, is het daarna klaar. Het heeft geen geheimen meer, ik weet hoe het tot stand is gekomen, wat de achtergronden zijn.’

Is de onderwerpkeuze in de jaren veranderd?
‘Voor dit album wilde ik klassieke liedjes schrijven. Standards, basale liedjes met teksten waarvan het lijkt alsof ze er al jaren zijn. Neem Johnny Cash en zijn American Recordings. Ook allemaal basale nummers, de uitvoering maakt het bijzonder. De teksten voor deze plaat moesten minder te maken hebben met mijn eigen biografie.’

Terwijl er de laatste jaren toch heel wat is gebeurd. Je broer Harald is overleden. Je vrouw is tot twee keer herstelt van borstkanker. En vorig jaar overleed vlak voor een concert dat hij samen met De Dijk zou geven, soulzanger Solomon Burke.
‘Ja precies. Ik wilde dus niet dat mensen naar mijn liedjes zouden luisteren en konden zeggen, oh ja, hiermee heeft hij de dood van zijn broer verwerkt. Ik wilde liedjes maken die mooi genoeg waren om te ontroeren zonder dat je een verhaal erachter moest kennen. Ik heb het niet zo op die human interest-kant van popmuziek.’

Een break-up album, zoals Anouk en Adele dat recent maakten, zou jij nooit kunnen schrijven?
‘Als ik het al zou doen, zou ik het nooit vertellen. Dat iedereen weet over wie jij een nummer hebt geschreven, mijn hemel. Ik vind het een vorm van lijkenpikkerij.’

Hoe schrijf jij een tekst?
‘Ik heb altijd een opschrijfboekje bij me. Ik noteer wat ik zie, wat me invalt, wat ik om me heen hoor. Als ik een tekst ga schrijven, blader ik er doorheen. Dan lees ik bijvoorbeeld: ‘Iets over de honderd’. Dat is de snelheid in de auto. ‘Iets over de honderd. De schemering valt op het veld. Over een klein uurtje ben ik weer de held.’ Dan ga ik nadenken: wat bedoel ik daar mee? En dan schrijf ik daar wat bij.’

Laten we een paar teksten op het nieuwe album doornemen. Mooier dan een vrouw, bijvoorbeeld. ‘Er is niets mooiers dan een vrouw/Kijk die ogen, kijk die wangen/Kijk die mooi gevormde mond.’ Een tekst die wat thematiek betreft erg lijkt op jullie eerdere hit Wat een vrouw niet kan doen.
‘Op de tekst van Wat een vrouw niet kan doen ben ik heel trots. Alle jongens kunnen ‘m onderschrijven, alle vrouwen voelen zich gevleid. En ik heb er maar pakweg dertig verschillende woorden voor nodig gehad. Mooier dan een vrouw is op een zelfde manier een ode. Ik zie als we live spelen nogal wat vrouwen voor mijn neus staan. Ik vind dat fijn. Er staat ook wel eens een jongen tussen, maar die zie ik niet. Ik zing voor de vrouwen.’

Met als doel...?
‘Nou ja, om bewondering te oogsten. Dat is de afspraak, over en weer. Het beperkt zich tot de duur van een optreden, daarbuiten zie ik die meisjes niet.’

In Scherp de zeis zing je: ‘Elke dag valt iets te vieren/In het groot of in het klein.’ Bij de titel denk je aan de zeis van Magere Hein, maar daar doel je niet op.
‘Nee. De dood is een gegeven. Iedereen gaat dood. Ik ook. Ik was het nog lang niet van plan, ik zou willen dat al mijn vrienden zo lang mogelijk blijven leven en dat alle eikels die het je moeilijk maken oprotten. Maar je moet er niet over mekkeren. Leef! Cut the crap, daar heb je ook een zeis voor nodig.’

Heeft het overlijden van Solomon Burke hier mee te maken?
‘Ook. Een paar weken na zijn overleden zagen we de begrafenisdienst voor Solomon in een kerk in Los Angeles. De beelden werden gestreamd, voor een optreden zaten we met de hele band tijdens het eten naar een laptop te kijken. Een van de dochters van Solomon sprak: ‘Nu papa is overleden zou het toch wel heel gek zijn als wij hier gaan zitten kniezen. Hij is in de hemel met zijn muziekvrienden! Met zijn ouders! Met zijn voorouders!’ De band achter haar zet in, het gospelkoor gaat staan en het gaat me daar toch een partij lós jongen! Als je dat vergelijkt met een dienst hier....Zo kun je er óók tegenaan kijken. Wij gingen die avond in de geest van Solomon het podium op.’

Citaat uit het nummer Zwerver: ‘Waar ik naar op zoek ben/Ik wou dat ik het wist/Je wilt er achter komen/Of je verderop niks mist.’ Het thema ‘Is het gras niet groener aan de overkant’ komt vaker voor in je teksten.
‘Er zijn momenten in mijn leven dat ik me heel goed in dat gevoel kan verplaatsen, ja. Alles achterlaten, als ze je gaan missen al lang weg zijn. Daar wil ik me voor de duur van een liedje wel aan overgeven. Dat gaat heel vlotjes, haha.’

Hier rijst een enorme brug op naar de documentaire Hou me vast. Die gaat over de afgelopen anderhalf jaar. Over het album dat De Dijk opnam met Solomon Burke, over zijn dood. In het begin van de film laat jij tijdens een etentje met de band een bommetje vallen. Je denkt aan stoppen. Want er is nog zoveel meer te doen.
‘Als ik me had gerealiseerd dat mijn twijfels van toen zo’n rol zouden gaan spelen in de documentaire, had ik mijn tong wel afgebeten.’

Je had het liever gehad dat het eruit was geknipt?
‘De afspraak met Suzanne Raes, de maakster, was: je mag overal bij zijn, we willen achteraf geen inspraak. Want dan krijg je alleen maar gezeur.’

In een interview in de Volkskrant van vorig jaar sprak je openlijk over je twijfels. Je zat er wel mee, blijkbaar.
‘Dat gevoel kwam een paar weken na de dood van Solomon. Wij hadden ons er zo op verheugd om met hem te spelen. Er lagen voorzichtige plannen om door Europa te touren, misschien door Amerika. Solomon vond dat we moesten nadenken over een tweede plaat. Wij hebben in de afgelopen dertig jaar wel vaker vast gezeten. Maar dan bedachten we een list. Blazers erbij. Minder spelen, zodat het leuk bleef. Een plaat maken met Solomon was ook zo’n list. Als de toekomstplannen dan ineens in duigen vallen, dan heb ik het moeilijk. Op mijn manier heb ik, waarschijnlijk in onhandige termen, verwoord waar we wel over moeten nadenken. Ik wil geen parodie van mezelf worden.’

Er ligt nu een nieuwe plaat. Is er ook een Plan B?
‘Er is een plan A1. Meer wil ik daar nu niet over zeggen. We praten erover.’

In de film zegt gitarist JB Meyers: ‘In deze tijden van culturele kaalslag kun je het niet maken om te stoppen.’ Jij bezoekt veel toneelvoorstellingen, je treedt solo op als dichter. Ben jij een tegenstander van kunstsubsidies?
(Neemt lange denkpauze) ‘Er zijn kunstvormen die zichzelf niet kunnen bedruipen. Als die dingen, die vaak mooi en goed zijn, wegvallen en alleen de commerciële dingen overblijven ontstaat er een enorme beeldarmoede. Dat tast het culturele, maar ook het intellectuele klimaat van Nederland aan. De taak van kunst is om vragen te stellen die niemand anders stelt. Visionaire kunstenaars zie ik als hogepriesters die de tekenen van de tijd begrijpen en er verslag van doen aan ons gewone mensen. Als je die kunstenaars weghaalt, wie gaat het ons dan vertellen? De regering? Die weet niks. Die stapelen vergissing op vergissing.’

In het nummer Geen sjoege zing je: ‘Ik weet nu eindelijk beter/Het komt eigenlijk hier op neer/Ben nog maar van één ding zeker/We weten naks van niks meer.’
‘Dat vind ik zo goed aan mooi toneel, dat je door elkaar geschud wordt. Je wordt gedwongen de zaken van een andere kant te bekijken. In Nederland hebben we altijd en overal een mening over klaar, maar we weten niks, natuurlijk. Vroeger had ik hele stellige ideeën, maar die zijn nu grotendeels achterhaald. Ik was voor het communisme, maar daar kun je nu niet meer mee aankomen. Stiekem ben ik nog steeds voor het communisme. Als ik zie hoe bankdirecteuren er niks van bakken en er toch met een dikke bonus tussenuit knijpen, dat is belachelijk. Dat geld moet verdeeld worden onder de gedupeerden. Maar goed, het communisme heeft zichzelf om zeep geholpen. Dankzij arrogante, zelfverrijkende mensen die in de top zaten. Het waren niet de gewone mensen, die zijn het slachtoffer. Dat is mijn woede.’

Schrijf er een vlammend protestlied over!
‘Mja. Kom ik aan met mijn lied, terwijl iedereen toch weet hoe het zit? Daarbij, er is meer nodig dan alleen een goeie tekst. Ik had een goed scheldlied op Nederland. Maar daar kregen we geen goede, catchy muziek bij. Dus is het er niet gekomen.’

Revu ontmoet Huub van der Lubbe
Waar? Lloyd Hotel, Amsterdam
Tijd? 13.00-14.40.
Genuttigd? Huub: drie cappuccino’s. Revu: jus d’orange, cappuccino, water.
Bijzonderheden: Als Huub over Solomon Burke vertelt, doet hij de lijvige soulzanger perfect na. Bijvoorbeeld bij een anekdote over een conflict dat band en Burke hadden met de muziekuitgeverij van De Dijk-nummers. Die wilde een te grote portie van de inkomsten. Van der Lubbe: ‘Solomon zei: ‘We’ll take it to court! And if they insist that they own those songs, we’ll ask them to sing ‘em!’ Zo ver kwam het niet, het conflict is in de minne geschikt.

Marcadores: , , ,